Jacob Harmensz Schram
Jacob Harmensz Schram,
geb. op 01-07-1676 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1720-31,
ged. Gereformeerde Gemeente op 01-07-1676 te Huijsen,
ovl. op 25-01-1742 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1742-31,
begr. op 25-01-1742 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
JACOB HARMENSZ / HARMSE SCHRAM
Huizen Koptienden (1720-31 1742-31):
1720-31: v. Harmen Aertsz 1 Spt 1 cop 5/8
1721-31:Romijns op Numeriek Er Staat: 1 Spt 1 cop 3/4
1723-31: v. Lambert Killewigh 1 Spt 3 kop
- Situatie: 2 Spt 4 cop 3/4
1725-31: betaalt de SLUIJEN v. Harmen Aertsz
- v. Harmen Aertsz 1 Spt 1 cop 3/4
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/2
1729-31: erft v. Harmen Jacobsz 4 cop 1/2
- - op Rut Jansz Perck 2 cop
- Situatie: 4 Spt 1 cop
1730-31: + SCHRAM
- v. Lambert Pietersz Snijder 2 cop 1/2
- Situatie: 4 Spt 3 cop 1/2
1740-42-bis: v. Rijck Hendricksz (Kruijmer) 1 cop
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/2
1742-31: gehele post te verboeken:
- op Gerrit Jacobsz Snijder 1 cop 1/2
- op Isaack Willemsz Spilt 1 cop 1/2
- op Flip Harrevelt 6 cop
- op Willem Willem Teeuwisz 3 cop
- op Jacob Wijgertsz Backer 4 cop
- op Hendrik Lubbertsz Bakker 6 cop
- op Jan rigters 3 cop
- op Jacob Claas Jongerden 1 Spt 3 cop 1/2
-
JACOB HARMENSE SCHRAM WONENDE TOT HUIJSEN
Blaricum Koptienden (1730-57 > 1835-95):
1730-57: v. Lambert Pietersz te Huijsen 0 cop 3/4
1800-77: Sluij van 1739 tot nu toe Situatie: 0 cop 3/4
1800-77: JAN Harmsz Schram te Huijzen
t/m 1835-95: Sluij 1739 Situatie: 0 kop 3/4
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 22-04-1702: Jacob Harmensz sullende trouwen met Ariaentje Lamberts van blaricum sigh aengegeven: Pro Deo
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 07-05-1702: Jacob Harmensen j.m. van Huijsen en Adriaantien Lamberts j.d. van Blaricum
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 15-01-1713: Jacob Harmensz weduwenaar van . met Besseltje Hendriksz weduwe van Harmen Aertsz, van Huijsen
-
ORA-184-3218A054; 23-04-1728: Testament. Jacob Harmensz en Besseltje Hendriks, egtelieden wonende tot Huijsen, sijnde de eerste comparant onpasselijk te bed leggende; hebbende gesamentlijke kinderen.
Eerstelijk testateur aan sijn 3 voorkinderen verwekt aan Ariaantje Lambertsz Brasser: f 20/kind
Testatrice aan haar voorkinderen verwekt aan wijlen Harmen Aartsz; reeds afgewikkeld. enz
-
ORA-184-3178; 08-02-1731: Extraord: Regtdag in cas van preferentie en concurrentie over den insolvente boedel van Harmen Tijmensz. Volgt een lange opsomming eijsscher/gedaagden:
- Jacob Harmensz Schram CONTRA gemeene Crediteuren voor f 18
-
ORA-184-3178; 01-02-1732: tot voogden over de minderjarige kinderen van Besseltje Hendriks werden gestelt Jacob Wijgertsz Bakker en Aart Cornelis Aartsz
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; Ondertrouw: 23-03-1732: Jacob Harmsze (Weduwenaar) van Besseltje Hendrix met Beijtje Gerrits (Wed.) van Isaac Volkensz getrouwt den 30-03-1732
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 14-03-1732: Jacob Harmensz met Bijtje Gerrits onder de Classis van f 3,-: f 6,-
-
ORA-184-3219; 16-04-1734: Rut Jansz Timmer (63) regerend schepen deses dorps, Jacob Wijgertsz Bakker (50) mede schepen, wijders Jan Willemsz Jonker (75), Lambert Willemsz Keijer (71) oud schepen en gewesene schaarmeester alhier, Claas Jacobsz
Schram (70) oud schepen alhier, Jan Jansz Swart (69), Jan Lambertsz Prins (67), Jacob Lubbertsz Baas (68), Claas Pietersz Goijer (67), Wessel Dirksz (64 Jaren), Jan Claas Dirksz (60 Jaeren), Lambert Willemsz Spilt (55) Jacob Harmensz (58)
gewesen schaermeester deses dorps, Rut Perk (55) oud schepen & laastelijk Dirk Hertog (50) gewesene schaarmeester deses dorps, alles erffGoijers, geboren en altoos gewoont hebbende en nog wonende binnen dese Dorpe Huijse exemt de voorn: Lambert
Willemsz Spilt die geboren is tot Lage Bussum alhier in Goijland, dog sijnde ook een erffgoijer en sedert veele Jaren mede gewoont hebbende en nog woonagtig alhier tot Huijsen
Dewelke alle gesamentlijk ter requisitie van de Buijrmeester van Blariucum en van de Buijrmeesteren van desen Dorpe enz. Betreft schaarrechten volgens oud gebruik.- Vader:
Harmen Jacobsz , zn. van Jacob Wijchertsz en Ebbetje Harmens ,
geb. in 1650 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1676-66,
Gereformeerde Gemeente,
Huizen-5A-Lidmatenregister: Belijdenis 01-01-1677,
ovl. op 24-07-1728 te Huijsen; DTB-20, uodt beroert man,
begr. op 25-07-1728 te Huijsen; DTB-12-Impost: Pro Deo; Koptienden Laats,
, -
HARMEN JACOBSZ
Huizen Koptienden (1676-66 1729-21):
1676-66: v.Rutger Rutgersz Blarcomboeck 1 Spt 4 cop
1677-59: v. VADER Jacob Wijchertsz 1 Spt 2 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 6 cop 1/4
1683-54: v. Jan Hendrick Gerritsz 4 cop 1/2
- v. zwager Jacob Jansz Jongert 5 cop 1/2
- Situatie: 4 Spt 1/4
MOGELIJK:
- op weeskint v. Jan Cornelisz Kleijn 1 Spt
1685-54: Situatie: 3 Spt 1/4
- v. Lambert Martensz 3 cop 7/8
- Situatie: 3 Spt 4 cop 1/8
1687-54: v. Lambert Willemsz Blanckert 2 cop
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/8
1695-46: v. Gerrit Evertsz Admirael 3 cop
- Situatie: 4 Spt 1 cop 1/8
1709-34: noch voor van houten
1710-23: van houten
- op Wijchert Jacobsz Backer 1 Spt 4 cop
- Situatie: 2 Spt 5 cop 1/8
1711-29:v.Dirck Teunisz Spelt tot Naerden 1 Spt 1 cop 1/8
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/8
1713-23: v. Elbert Jacobsz Smit 1 Spt
- Situatie: 4 Spt 6 cop 1/8
1717-21: op Jan Willemsz Boer 2 cop 3/4
- op Claes Jacobsz Schram 6 cop 1/4
- = Aeltje Dircks Speelman
- op IJsack Willemsz Spilt 1 Spt 3 cop 3/8
- op Lambert Claesz Prins 4 cop 3/4
- op Lambert LAMBERTSZ Prins 1 cop 5/8
- ZIE: 1718-30: MOET ZIJN:
- op Lambert ELBERTSZ Prins
- Situatie: 1 Spt 3 cop 3/8
1718-21: op Peter Gerritsz Snijder 7 cop
- Situatie: 4 cop 3/8
1728-21: SLUIJ
1729-21: SLUIJ
- op Jacob Harmensz Schram 4 cop 3/8
-
ONA-3686A042; 30-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Harmen Jacobsz geassisteert met Jacob Jansz Jongeren zijn zwager en vermachtight zijnde van Ebbetje Harmens (?) moeder van de toecomende bruijdegom ter eenre en Bijtje/Bijetien Ghijsberts
laatst weduwe van Lambert Jansz, beide wonende tot Huijsen
-
ORA-184-3172; 14-02-1675b: Harmen Jacobsz als getrout hebbende Bijttgen Gijsberts, voor hem selve ende Cornelis Cornelisz als vooght van 't nagelaten weeskint van Lambert Jansz bij de voorn Bijttgen Gijsberts geprocreeert eijsscher CONTRA de
voogden van de nagelaten weeskinderen van Jan Jansz gedaegden; werden aen haer gedaegde opgelegt te betalen f 500 die volgens huwelijcksche voorwaarden in dato 26-02-1669 bij de voorn Jan Jansz met sijn soon Lambert Jansz onder andere goederen
inde selve huwelijckse voorwaerden gesprecificeert waren ten huwelijck belooft, @ niet en sijn ingebracht met de interresten van die sedert het voltrecken van 't voorz huwelijck met de voorn Bijttge Gijsberts
Zie ook Huwelijkse voorwaarden: 184-3227A69; 24-06-1667
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister: 01-01-1677: Harmen Jacobsz en zijn huisvrouw Bijtje Gijsberts van Ouwe-Alle doen Belijdenis; Bijtje overlden op02-05-1680
-
ORA-184-3190A219; 18-03-1677: Op 18-03-1677 compareerden Hendrick Gerritsz Smits en Pieter Feecksz als voogden van het nagelaten weeskind van Jan Jansz mitsgaders Lambert Martensz als voogd van de nagelaten weeskinderen van voorn. Jan Jansz
geprocreeerd bij Gerritge Claes en Harmen Jacobsz als voogd van het nagelaten weeskind van Lambert Jansz alle erfgenamen van meergenoemde Jan Jansz, hebben verkocht aan Cornelis Cornelisz 2 swade maetland gelegen in Brouckus Camp enz.
-
Huizen-DTB-1A-Dopen: 21-01-1680: de geheel familie van vader: Jacob Jansn Jongeren (Mennist) en moeder Gerrettien Jacobs (Geref.), sijnde 8 personen, de eerste drie na belijdenis als bejaarden en de vijf jongsten als kinderen sijnde na haar
oudedom aldus gerangeert: o.a.
Claes (out 18)
Als getuijgen over de onmondigen, wegens absentie van de moeder wegens ziekte, waren:
HARMEN JACOBSEN en GEERTIEN JACOBS beijde Oom en Moltien over de kinderen
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Capit.: 1/4; Koehouder; Zout: vat 1/8; m: 1, kb: 2, ko: 2, diensbode binnen: 1; Personen: 5
-
ONA-3668A011; 21-09-1681: Compareerde voor Hendrick Ebbesz ende Herman Jacobsz schepenen tot huijsen Henrick Gerritsz Smit, Cornelis Cornelisz ende Lambert Martsz jegenwoordich regerende schepen des dorpe caverende voor Tijmen de Verwer ende
Pieter Seecsz alle te samen voogden over de kinderen en kintskinderen van Jan Jansz
-
ONA-3709A039; 26-09-1681: Tijmen Pietersen Schram, Melisjen Elberts Vos weduwe van Lambert Tijmesen Swart jegenwoordig getrouwt met Jan Lambertsen Smit, Rutje Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen en Jan Harmesen van Hattum mitsgaders Hendrick
Ebben en Harmen Jacobsen jegenwoordige scheepenen alle woonende tot huijsen, verklaarden op verzoek van Claes Pietersen Schram en Jan Cornelissen Kleijn mede woonende tot huijsen, dat zij van Rut Lubbertsen na het overlijden van zijn vader
Lubbert Rutten, wegens seeckere obligatie bij deselve sijn vader gegeven ten behoeve van Elbert Jansen Swart ter somme van f 782; 10;- in dato 12-03-1664 zij niet alleen rente hebben ontvangen maar ook een deel van het capitaal door Rut
Lubbertsen is betaelt en afgelost; getuigen Jan Barentsen Paes en Hendrick Lambertsen
-
ORA-184-3192A344; 12-02-1686: Claes Rijcken Brakel schout Jacob Gijsbertsz Bout en Jan Cornelsiz schepenen; Andries Ebben verkocht en transporteerde aan Hermen Jacobsz ontrent 1 schepel bouwland gelegen aan de Blaricummer wegh naast Jacob
Gillewigen ? ten zuiden en Dirck Jacobsz ten Noorden voor fl. 12
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenegister: 01-02-1688: de huisvrouw van Harmen Jacobsz zijnde Grietje Hendricks doet Belijdenis
-
ORA-184-3184A058; 12-07-1689: Interrogatorien. Ouderdom deposanten:
- Nelletje Jacobsz: ontrent 19 Jaer
- Oetjen Claes: ontrent 22 Jaer.
Vraag: waren ze 29-06-1689 ten huijse van Harman Jacobsen en of sij aldaer sijnde gesien hebben eenen Tijmen Jacobsen Buijrman sijnde van de voornoemde Harmen Jacobsen, in diens huijs is gekomen uijttende veel hevige en scheldende woorden
tegens de huijsvrouw van dito Harmen Jacobsen genaemt Grietjen Hendricksz enz
-
ONA-3714A017; 14-06-1693: Jacob Tijmensz Wit en Harmen Jacobsz wonende binnen Huijsen verklaarden op verzoek van Adriaan Lap wonende tot Weesp dat zij enige jaren buijrluijden geweest zijn van Tijmen Jacobsz zaliger in zijn leven gewoond hebben
in het huis van de requirant, dat Tijmen Jacobsz toendertijd ook de pomp uit de puit heeft doen halen en ook de vloer uit de kamer heeft gehaald en te gelde heeft gemaakt.
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684, 1691 en 19-1708: ; Aan het Huijser Eijnde, Harmen Jacobsz enGrietje Hendricks echteluijden
-
ORA-184-3216A042; 13-10-1718: Gerrit Jansz Doorn, Tijs Jansz Doorn, Gerrit Jansz Doorn de Jonge, Willem Cornelis Koeman als getrouwt hebbende Claesje Jans Doorn, Willem Gerritsz in huwelick hebbende Aeltje Jans Doorn, te samen kinderen van Jan
Gerritsz Doorn,
- Item Jan Jansz Doorn sone van Jan Jansz Doorn, mitsgaders Wijchert Jansz Doorn, Jan Willemsz Boer getrouwt met Jannetje Jans Doorn, haer sterck makende voor Cornelis Rebel in eght hebbende Aeltje Jans Doorn alle kinderen van Geertje Gerrits
Doorn, als mede
- Harmen Jacobsz als vooght over Marritje Rutten, bejaerde, dogh innocente doghter van Claesje Jans Doorn, en eijndelijck
- Marten Pietersz, Claes Pietersz haer sterck makende voor Ysaack Pietersz en Eultje Pieters kinderen van Theuntje Hendricks Smit
- alle te samen pretense erfgenamen van Marritje Gerrits Doorn, in gevolge van haer laeste wille gepasseert tot Weesp voor den Notaris Theodorus Ehout ? gaan accoord met bemiddeling over verdeling erfenis
-
ORA-184-3217A022; 25-10-1724: (uitgebreid document) Verder compareerde:
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout,
tr. (2)
met Jannetje Ebben ,
tr. (3)
met Grietien Hendricks ,
tr. (1) op 30-03-1674 te Huijsen; 3686A042; 30-03-1674; Huw.v.w.
tr. (1) op 07-05-1702 te Huijsen; 22-04-1702 Pro Deo
met
Adriaentje Lamberts Brasser, dr. van Lambert Jansz Brasser en Jannetje Bos,
geb. in 1677 te Blaricum,
ovl. op 06-12-1711 te Huijsen; onder naam Jacob Harmensz ??,
begr. op 06-12-1711 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
ORA-184-3218A054; 23-04-1728: Testament. Jacob Harmensz en Besseltje Hendriks, egtelieden wonende tot Huijsen, sijnde de eerste comparant onpasselijk te bed leggende; hebbende gesamentlijke kinderen.
Eerstelijk testateur aan sijn 3 voorkinderen verwekt aan Ariaantje Lambertsz Brasser: f 20/kind
Testatrice aan haar voorkinderen verwekt aan wijlen Harmen Aartsz; reeds afgewikkeld. enz.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Beijtien | *1703 | Huijsen | †1741 | Huizen | 38 | 1 | 7 |
2 | Jan | *1705 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
3 | Gijsbert | *1707 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
tr. (2) op 15-01-1713 te Huijsen
met
Besseltje Hendricks , dr. van Hendrick Jansz Rot en Bortje Gijsberts ,
geb. in 1670 te Huijsen,
ovl. op 09-03-1731 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 15-03-1731 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
ORA-184-3177; 29-06-1714: Akte van bewijs. Besseltje Hendricks weduwe van Harmen Aertsz, nalatende gezamenlijke kinderen, wenst een 2e huwelijk aan te gaan, is overeengekomen met de voogden Jacob Brantsz en Cornelis Dircksz, de / van seecker
huijs gelegen in 't dorp en de wollen klederen die ten Lijve van de voorsz: Harmen Aertsz sijn behorende geweest. opvoeding
-
ORA-184-3218A054; 23-04-1728: Testament. Jacob Harmensz en Besseltje Hendriks, egtelieden wonende tot Huijsen, sijnde de eerste comparant onpasselijk te bed leggende; hebbende gesamentlijke kinderen.
Eerstelijk testateur aan sijn 3 voorkinderen verwekt aan Ariaantje Lambertsz Brasser: f 20/kind
Testatrice aan haar voorkinderen verwekt aan wijlen Harmen Aartsz; reeds afgewikkeld. enz
-
ORA-184-3178; 01-02-1732: tot voogden over de minderjarige kinderen van Besseltje Hendriks werden gestelt Jacob Wijgertsz Bakker en Aart Cornelis Aartsz,
tr. (1) op 19-11-1694 te Huijsen
met Harmen Aertsz Swart, zn. van Aert Cornelisz en N1 Harmens Schram,
geb. in 1670 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1697-52,
Zie doop Tweeling 18-01-1750,
ovl. op 14-04-1712 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1720-31,
begr. op 14-04-1712 te Huijsen; DTB-12-Begravn-Impost: Pro Deo,
, -
HARMEN AARTSZ / AARDSZ
Huizen Koptienden (1697-52 1720-31):
1695-35: v. weeskinders v. Aert Cornelisz 1 Spt 1/4
1698-52: op Cornelis Ceelewigh 2 cop 1/2
- Situatie: 5 cop 3/4
1700-52: op Jannetje Aerts 3 cop 3/4
- Situatie: 2 cop
1713-35: v. Hendrick Jansz Rot 7 cop 5/8
- Situatie: 1 Spt 1 cop 5/8
1720-31:opJacob Harmensz (Schram) 1 Spt 1 cop 5/8
1725-31: Sluijen sinds 1721
- Nota Jacob Harmus heeft de weduwe van Harmen Aartsz
- Woont op 't Sloth
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; Onder Eijnde; Harmen Aartsz en Besseltien Hendricks, echteluijden
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 08-07-1708: aangenomen op Belijdenis: Besseltien Hendricks (huijscr. van Harmen Aartsen)
-
ORA-184-3176; 30-09-1712: Tot voogden over de nagelaten kinderen van Harmen Aertsz verwekt bij Besseltje Hendriks werden gestelt Jacob Brantsz en Cornelis Dirksz
-
ORA-184-3177; 29-06-1714: Akte van bewijs. Besseltje Hendricks weduwe van Harmen Aertsz, nalatende gezamenlijke kinderen, wenst een 2e huwelijk aan te gaan, is overeengekomen met de voogden Jacob Brantsz en Cornelis Dircksz, de / van seecker
huijs gelegen in 't dorp en de wollen klederen die ten Lijve van de voorsz: Harmen Aertsz sijn behorende geweest. opvoeding
-
ORA-184-3218A054; 23-04-1728: Testament. Jacob Harmensz en Besseltje Hendriks, egtelieden wonende tot Huijsen, sijnde de eerste comparant onpasselijk te bed leggende; hebbende gesamentlijke kinderen.
Eerstelijk testateur aan sijn 3 voorkinderen verwekt aan Ariaantje Lambertsz Brasser: f 20/kind
Testatrice aan haar voorkinderen verwekt aan wijlen Harmen Aartsz; reeds afgewikkeld. enz
-
Huizen-DTB-2A-Dopen; 18-01-1750: Matje en Aartje; vader: Hendrik Harmensz Swart, moeder: Gerritje Dircks Reijne; dgt.: Niesje Zwart.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Harmen | *1714 | Huijsen | | | | 1 | 9 |
2 | Gerrit | *1716 | Huijsen | †1801 | Huijsen | 84 | 3 | 0 |
tr. (3) op 30-03-1732 te Huijsen; Impost 14-03-1732: 2x f 3,- = f 6,-
met
Bijtje Gerrits ,
ovl. op 10-04-1769 te Huijzen; DTB-7-Grafboek,
begr. op 10-04-1769 te Huijzen; DTB-13-Begraven-Impost: Pro Deo,
tr. (1)
met Isaac Volckensz Spilt
>